Zwaar werk
Ter nagedachtenis aan Simon Vinkenoog


©Peter ten Hoopen
Uit King Acid, Contact, 1999. ISBN 90 254 2149 0

IN DE GEVANGENIS leer je wie je vrienden zijn. Terwijl hij vijf weken uitzat voor een vriendendienst - de bezorging van een envelop marihuana - stond Simon Vinkenoog open voor contact met andere gestraften. Doordat hij zelf uit de arbeidersklasse stamde ging hij vlot om met het gewone volk [termen uit het tijdperk], maar met de autoriteit van een man die geen flauwekul hoefde te slikken. De gevangene in de naburige cel, Jan geheten, gepakt terwijl hij zijn auto volstouwde met van een boot gevallen sigaretten, was trots op intieme voet te staan met een man als Vinkenoog, een beroemde schrijver, en beloofde dat hij na zijn vrijlating alles voor hem zou doen... Ze wisselden adressen uit en de volgende keer dat we ze samen zien zijn ze bij Vinkenoog thuis de kelder aan het uitruimen.

De auteur woonde in zijn oma's oude huisje aan de Noordermarkt, in het hart van de Jordaan - met haar boomomzoomde grachten veruit de charmantste arbeiders­wijk in de Westerse wereld. Schuin tegenover Vinkenoog's huis stond de Noorderkerk. Soms kwam er een carillonist langs die plotsklaps voor de Heer ging spelen - of voor de Jordaan? Op maandagen was de Noordermarkt de drukste plek in de stad, op andere dagen het stil domein van duiven, oude dametjes en schijtende honden.

Deze dag lag het centrum van de aktiviteiten onder en achter het huis: geleid door Simon sleepte Jan troep van eeuwen uit de lage kelder, en vervolgens het trapje op naar het binnenplaatsje. Jan, een kort stevig mannetje met twinkelende ogen, werkte als een os. Ieder die binnenviel voor 'Koffie bij Vinkenoog' werd door Reineke prompt de bron van de onrust getoond. Men prees dan gepast Jan's ijzeren inzet. Elke keer riep Jan wat een grote en goede man Simon Vinkenoog was, en hoe blij hij was dit voor hem te kunnen doen.

Ieder voelde meteen, dit is een vreugde waarin we deze man niet moeten storen. Maar het opvallend harde werken maakte het toch moeilijk om inner­lijke rust te vinden. De meesten vertrokken al na de eerste ochtendpijp, niet eens wachtend tot het tweede rondje koffie dat stond te percoleren in de glazen Cona kan. Zwaar lichamelijk werk heeft iets diep deprimerends. Het met vreugde te aanschouwen is een perversie.

Misschien wijst het op een gebrek aan ruggegraat, maar ik kon er redelijk goed tegen, en was blij dat ik een hele poot van de L-vormige bank ter beschikking had om me op uit te strekken, want bij de eerste koffie had ik een 100 gamma klontje genomen. Gastheer en gastvrouw had ik er ook een paar aangeboden, maar zij bewaarden ze liever voor later, in de koekjestrommel die ooit aan oma had behoord - net als al het spul dat nu met gebonk en gestommel uit de krocht onder de grijs geschilderde houten vloer werd gesleept.

De trip was licht en aangenaam. Reineke zorgde voor de muziek, een constante toevoer van Beatles, Doors, Grateful Dead en andere van acid druipende groepen. Er was een korte lunchpauze, in essentie bestaande uit het voeden van Jan, die een hoop brandstof nodig had als hij in dit tempo door wilde gaan. Normaal gesproken werden er ten huize Vinkenoog geen maaltijden geserveerd, om klaplopers te ontmoedigen. Het kostte toch al genoeg om iedereen van thee, koffie en ontbijtkoek te voorzien. Daar stond tegenover dat vaste langskomers ervoor zorgden dat Vinkenoog zelden hoefde te gaan scoren. Het lenigen van zijn behoeften vergde de inzet van verscheidene professionals, vooral omdat Simon met ieder die aankwam de pijp deelde en graag stukjes weggaf.

In zijn werk was en is dit ook Vinkenoog's leven: ontvangen en doorgeven. Zijn dagelijkse overvallen op boekwinkels, kiosken en markstalletjes brengen stapels drukwerk in huis: sjamanisme, kernfysica, Dogons, obscure Spaanse dichters... Elke dag een nieuwe ontdekking, een nieuwe straal licht die ieder moet zien.

Zelf zag ik ook heel wat stralen. Een van de aardigste aspecten van de LSD-ervaring is de ongebreidelde synesthesie, waardoor bijvoorbeeld muziek in visuele patronen wordt omgetoverd. Rockgroepen geven miljoenen uit om dit effect met lightshows en videoclips te simuleren - vaak heel goed. Maar er gaat niets boven 'the real thing', omdat de beelden zo waanzinnig kleurrijk zijn, zo gevarieerd en scherp gedefinieerd. Je ziet alles met de precisie van een electronen­microscoop. Geen foton dat aan de aandacht ontsnapt. Behalve dat er geen fotonen zijn. Alleen miljarden neuronen, gerangschikt tot onafzienbare schakel­panelen met minuscule relais die pixels aan- en uitzetten, het palet laten rouleren...

Dit was inmiddels een vertrouwd soort vertoning, en de bescheiden dosis verzekerde dat ik snel kon terugkoppelen wanneer dat nodig mocht zijn. Een routine trip. Toch was het goed dat hij ondernomen werd. Om de praktijk­ervaring te vergroten, ontspanning- en concentratie­technieken te verfijnen... Bovendien had ik nog wat onderhouds­klusjes aan emotionele relaties. Ik huilde om mijn moeder, die zo wanhopig liefde nodig had, er zo weinig van kreeg en het zo moeilijk vond om te geven. Ik huilde om de wereld, zo droef en hongerig, en ik huilde en lachte om de schoonheid van deze lief­hebbende mensen die ik mijn vrienden mocht noemen.

Tegen theetijd kwamen een paar vrienden die van de koffie waren weggevlucht het opnieuw proberen. Ik lag nog steeds languit op de bank. Zitten of lopen was ook best mogelijk geweest, maar liggen was de som van mijn ambities. Geen tranen meer nu, maar een brede grijns die in mijn gezicht stond gekerfd. Achter en onder me ging het gestommel en gekreun onverminderd door. Simon riep Jan binnen voor de thee. Jan riep dat hij zo zou komen, hij was bijna klaar en wilde nog even door.

'Fantastisch is Jan, vind je niet?' zei Reineke terwijl ze de kopjes volschonk met een droge, teerachtige Kee Mun Song. 'Ik bedoel, dit is voor mij echte vriendschap.' Net toen ze mijn kopje volschonk: 'Beter dan types die de hele dag op de bank liggen te trippen.'

'Hé Reineke, wat zeg je nu!' Vinkenoog corrigeerde haar scherper dan we van hem kenden: 'Ik heb vrienden die me helpen de kelder uit te ruimen en vrienden die in mijn huis LSD nemen. Beiden zijn even welkom.'

Allen rond de tafel zwegen stil, in kennelijke instemmming. Trippen was serieus werk, iets dat je niet alleen deed voor jezelf, maar voor de hele mensheid. Zoals die Tibetaanse monniken met hun gebedsmolens en mantras, verhief je de wereld. Collectief gezien mochten we nog tot ons middel in de bagger staan, ongeveer als mensen die kelders uitruimen, maar nu en dan ontstegen we die als lotussen die de zon zoeken en ontloken in bloei, stralend voor het aangezicht Gods.

Ik kwam onmiddelijk overeind, gedwongen om Zijn genade abrupt te verruilen voor de wrake van mijn gastvrouw. 'Jij', zei Reineke me nu recht in het gezicht, 'wilt alleen bevriend zijn met Simon omdat hij beroemd is.'

Stilte viel met een geweld alsof het plafond naar beneden kwam. Het was zo pijnlijk dat zelfs Simon niets wist te zeggen.

'Tsjoeh!' deed Simon Posthuma, op karakteristiek beknopte wijze lucht gevend aan zijn emoties.

'Reineke, begrijp je dan niet dat je zit te projecteren?' zei Jean-Paul Vroom, in zijn gestreken bas. 'Zoals je jezelf nu blootgeeft...'

'Het ziet er niet mooi uit, schat', voegde Swaan toe alsof ze iets ophield dat van de keldervloer was geschraapt.

Vinkenoog staarde in zijn kopje. 'Het doet pijn als je zulke dingen zegt, Reineke.'

Hij liep naar de keuken, de enige plaats in de opengebroken ruimte waar je je in kon terugtrekken. Even later kwam hij terug met Jan, die stoomde als een paard. Zodra hij gezeten was werd de man van het eerlijke zweet uitgenodigd een rokertje te nuttigen.

'Nee, dankjewel. Ik weet dat het niet zo erg is als de politie het maakt, maar nee - ik houd het op wat ik ken.' Hij proostte met het flesje bier dat speciaal voor hem gekocht was. 'Misschien als je wat van die LSD had, dan probeerde ik wel een slokje.'

'Het is geen drankje, Jan.'

'Het zit in suikerklontjes zoals deze', zei Vinkenoog, oma's koekblikje openwippend. 'Ik heb er in de gevangenis ook wat genomen.'

'Heus? Nooit iets van gemerkt.'

Iedereen lachte. Simon op acid was een vertoning om niet te missen. Tierend als een profeet, iedereen omarmend en omhelzend... Je kon hem je niet trippend in een gevangenis voorstellen zonder dat je hem de bewakers zag kussen. Of had de isolatie hem wat verkoeld?

'Hoe was Simon in de bak, Jan?'

'Heel goed, hij lachte de hele tijd.'

'En huilde hij ook?'

'O ja, huilen ook, de hele tijd.'

'Dus hij was niet echt wat je noemt een rustige buurman?'

'Jawel hoor, heel rustig, de hele tijd.'